Beste gemeente,

Mijn naam is Sonja Veltman. Ik ben 54 jaar oud en woon in Borger-Odoorn samen met mijn partner en mijn blindengeleidehond van Stichting Hero. Ik heb het Syndroom van Usher, een erfelijke aandoening waardoor ik sinds mijn geboorte slechthorend en slechtziend ben. Op dit moment zie en hoor ik nog zo’n 20% en uiteindelijk zal ik volledig doof en blind worden. Elke nacht ga ik naar bed met de gedachte hoeveel stiller en donkerder de volgende dag zal zijn.

Mijn leven is getekend door obstakels, trauma’s en teleurstellingen. Als kind werd ik door mijn ouders niet begrepen, waardoor ik niet de hulp kreeg die ik nodig had. Dit heeft geleid tot een achterstand in mijn ontwikkeling en ook in kansen. Ik heb altijd het gevoel gehad in mijn eigen wereld te leven en nergens bij te horen.

Gelukkig heb ik het creatieve vermogen om naar alternatieven te zoeken voor mijn afnemende zicht en gehoor. Zo heb ik geleerd via trillingen in mijn partners stem mijn spraak en woordenschat te ontwikkelen, en leer ik nu gebarentaal. Daarnaast haal ik plezier uit tekenen en tuinieren bij de dagopvang. Ik wil vooral niet zielig gevonden worden.

Een aantal jaren geleden heb ik voor het eerst bij de gemeente een zorgaanvraag gedaan. Hoewel ik na drie jaar bureaucratische rompslomp en vertraging eindelijk een vergoeding voor persoonlijke zorg ontving, bleef deskundige begeleiding uit. Volgens de gemeente zou 1 uur zorg volstaan, maar nu mijn beperking verergert heb ik vrijwel 24 uur per dag begeleiding nodig. Toen ik dit aankaartte zei de gemeente dat ze het zakelijk gingen benaderen en dat ze mij het liefst naar een instelling zagen vertrekken. Misschien een gemakkelijke oplossing voor de gemeente, maar het is mijn grootste angst om daar te moeten wonen. Gelukkig is mijn partner bereid om de volledige zorg op zich te nemen.

Nu ik naast de zorg van mijn partner ook hulp van een gespecialiseerd zorgteam vanuit de Wet Langdurige Zorg (WLZ) krijg, heb ik het gevoel dat ik voor het eerst in mijn leven serieus word genomen. Vanuit de gemeente voelde ik weinig begrip voor mijn situatie. Als ik hen een tip zou mogen geven, zou ik willen zeggen dat zij zich moeten inleven in mensen met een beperking. Begeleid ze naar adequate hulp. Dat hebben ze bij mij nooit gedaan en dat beschouw ik als een groot gemis. 

Met vriendelijke groet,

Sonja Veltman

Sonja uit Drenthe

De gemeente zei: ‘we gaan het zakelijk benaderen.’